Landelijke registratie van patiënten met cardiogene shock

Nederlandse centra streven naar betere uitkomsten voor patiënten met cardiogene shock. Recent is op initiatief van prof. dr. José Henriques binnen de registratiecommissie PCI een pilot gestart voor verzameling van aanvullende gegevens over deze patiënten. De opmaat voor de eerste landelijke registratie voor deze patiëntengroep.

De mortaliteit van patiënten met een hartinfarct zonder cardiogene shock ligt rond de 1 tot 2%. Bij patiënten bij wie een cardiogene shock optreedt, jaarlijks zo’n 6000 in Nederland, is de mortaliteit vele malen hoger en al jaren onveranderd. Rond de 40 tot 50% van deze patiënten komt binnen 30 dagen te overlijden. Onacceptabel, vindt dr. Jose Henriques. Hij is als interventiecardioloog werkzaam bij het Amsterdam UMC en heeft samen met collega’s onderzoek gedaan naar deze groep patiënten.

‘Uit dat onderzoek is gebleken dat we meer informatie nodig hebben over deze patiënten’, vertelt Henriques. ‘Binnen de NHR registeren de centra bijvoorbeeld alleen of een patiënt shock heeft ontwikkeld voor aanvang van een PCI. Maar het is ook belangrijk om meer te weten te komen over patiënten die cardiogene shock ontwikkelen tijdens de interventie of na vertrek uit de hartkatheterisatiekamer. Daarnaast zijn er variabelen die betrekking hebben op de behandeling en prognose van deze groep die nog niet worden bijgehouden, zoals de duur van een hartstilstand, de lactaatwaarde bij binnenkomst en het gebruik van middelen zoals medicatie en mechanische circulatie. Ook zou meer inzicht in kwaliteit van leven van deze patiënten op de lange termijn tot belangrijke nieuwe inzichten kunnen leiden.’

De resultaten van dit onderzoek zijn besproken binnen de NHR registratiecommissie PCI. Hier is het initiatief ontstaan om de huidige variabelenset voor PCI uit te breiden met een landelijke registratie specifiek voor patiënten met cardiogene shock. Het doel van deze registratie is om de verzamelde informatie te gebruiken voor kwaliteitsbewaking en -bevordering van de zorg voor deze patiënten.

Henriques: ‘In samenwerking met diverse centra en de NHR hebben we een aanvullende variabelenset vastgesteld, waarbij we hebben gezocht naar een balans in zowel een volledige als een haalbare dataregistratie. Om de haalbaarheid in de praktijk te kunnen toetsen is recent een pilotversie van deze registratie gestart. Inmiddels hebben tien centra hun medewerking toegezegd. Ons streven is om in 2021 de landelijke registratie verder op te zetten. Het zal de eerste landelijke real-world registratie zijn van patiënten met cardiogene shock. We hopen daarmee een eerste stap te kunnen zetten in het verbeteren van de overlevingskans voor deze patiëntengroep.’